Je geeft eerst een korte inleiding over doodles. Zo krijgen de leerlingen een interessant beeld van wat het allemaal kan zijn. Vervolgens kan je iedereen een wit papier geven en ze 5 min geven om een kleine doodle te tekenen. Vervolgens laat je de papieren doorgeven aan hun buur. Dan geef je telkens terug 5 min zodat de volgende kan verder tekenen op de doodle die hij juist van zijn of haar buurvrouw heeft gekregen. Dit herhaal je telkens opnieuw totdat de papieren vol staan.
Vervolgens kan je alle papieren samen leggen op de grond en er 1 grote doodle van maken en de papieren aan elkaar vastkleven. Zo heeft iedereen op elk blad papier een eigen stukje getekend en vormen alle doodles samen 1 geheel.
Om het meer muzisch te maken, kan je telkens dat het 5 min tekenen is, een bepaald type muziek opzetten. Dit kan klassieke muziek zijn, maar ook pop of jazz. Je vraagt dan telkens aan de leerlingen om hun droodle te baseren op de muziek die ze op dat moment te horen krijgen. Op deze manier krijg je telkens een andere manier van tekenen.
Wanneer alle doodles samen liggen en tot 1 grote doodle zijn omgetoverd, kunnen de leerlingen samen zoeken naar bewegingen of emoties die ze terugvinden in de doodle. Je kan ze in een cirkel laten staan rond de doodle en telkens 1 iemand een beweging of emotie laten zoeken die ze terugvinden in de doodle. De rest van de groep doet dit dan na. Vervolgens is het aan de buurman of buurvrouw om een andere emotie of beweging te zoeken in de grote doodle.
Op het einde van de sessie kan je de doodle meegeven met de verantwoordelijke van de leerlingen zodat deze in een ruimte opgehangen kan worden waar de leerlingen veel komen zoals een refter of hun klaslokaal.